Barrett-Connor E, et al. Epidemiology of rib fractures in older men: Osteoporotic Fractures in Men (MrOS) prospective cohort study. BMJ. 15 maart 2010;340:c1069.
In deze prospectieve cohortstudie werd bij 5995 mannelijke 65-plussers gedurende 6 jaar de relatie bestudeerd tussen ribfracturen en osteoporose.
Ribfracturen waren met bijna een kwart van de gevallen (24%) de meest frequente niet-spinale fracturen, met een incidentie van 13.5/1000 personen-jaren. Bijna de helft van de ribfracturen (48%) ontstond na een val van niet hoger dan staande positie (=laag-energetisch).
Onafhankelijke risicofactoren voor een ribfractuur waren leeftijd >80j, lage botdensiteit, moeilijkheden met instrumentele activiteiten van dagelijks leven (IADL, b.v. winkelen, rekeningen betalen, …) en een voorgeschiedenis van ribfracturen.
Een voorgeschiedenis van ribfractuur was, onanfhankelijk van de botdensiteit, geassocieerd met de incidentie van nieuwe…
- ribfracturen: adjusted hazard ratio 2.71 (95% betrouwbaarheidsinterval 1.86 – 3.95)
- heupfracturen: AHR 2.05 (95% CI 1.33 to 3.15)
- polsfracturen: AHR 2.06 (95% CI 1.14 to 3.70)
Zoals verwacht werd slechts een minderheid van de oudere mannen na een ribfractuur behandeld met anti-osteoporose medicijnen.
BESLUIT: Ribfracturen bij oudere mannen vertonen heel wat kenmerken van osteoporotische fracturen (o.a. associatie met botdensiteit, laag-energetische vallen en met andere osteoporotische fracturen). Niet-pathologische ribfracturen die ontstaan na een eenvoudige val moeten waarschijnlijk beschouwd -en behandeld- worden als osteoporotische fracturen.
_
[…] femurhals) en de andere gekende osteoporotische fracturen (humerus, bekken) werd ook aangetoond dat ribfracturen moeten beschouwd worden als osteoporotische fracturen bij oudere mannen na een laagenergetisch trauma. Belgische onderzoekers toonden in een nieuwe […]
By: Jaaroverzicht: 2010 in evidence based medicine « Nederlandstalige Journal Club on 23 december 2010
at 20:58