Altman D et al., for the Nordic Transvaginal Mesh Group. Anterior Colporrhaphy versus Transvaginal Mesh for Pelvic-Organ Prolapse. N Engl J Med 2011; 364:1826-1836.
Vaginale prolaps van pelvische organen is zeer frequent. Tegenwoordig worden vaak transvaginale mesh-technieken (“netjes”) gebruikt, maar er zijn geen gerandomizeerde studies die aantonen dat deze een oplossing zijn voor de frequente recidieven na de klassieke suspensie-operaties.
In deze gerandomizeerde studie in Scandinavië werd bij 389 vrouwen een klassieke colporaphhia anterior vergeleken met een trocar-geleide, transvaginale mesh-repair. De studie werd gesponsord door het Karolinska Instituut en Ethicon, de firma van de mesh-kit. Belangrijk nadeel van de studie was dat de beoordeling van het resultaat niet geblindeerd verliep.
Na 1 jaar was het gecombineerd primair eindpunt van graad 0 of 1 prolaps en afwezigheid van subjectieve prolapsklachten nog aanwezig bij 60.8% van de patiënten behandeld met een mesh, tegenover 34.5% zonder mesh (26.3% absolute risicoreductie). Zowel de chirurgische stagering als de subjectieve respons waren elk apart ook significant verminderd.
De ingreep met een mesh duurde wel langer, er waren significant meer intraoperatieve bloedingen. Het risico op blaasperforaties was met de mesh 3.5% vs. 0.5% zonder mesh (P=0.07). Ook nieuwe stress-incontinentie (door overstrekking van de blaashals) kwam vaker voor (12.3% vs 6.3%, P=0.05). Een chirurgische herpositionering van de mesh kwam voor bij 3.2% van de mesh-behandelde patiënten.
BESLUIT:
In vergelijking met de klassieke colporrhaphia anterior heeft een transvaginale mesh-repair minder kans op recidief cystocoele (hoewel toch nog 40% objectief of subjectief recidiveerde), maar meer intra- en post-operatieve complicaties.
Verwante artikels:
-
TVT vs TOT voor urinaire stressincontinentie bij vrouwen (7 juni 2010)
Geef een reactie